14/03/2022

Meest gestelde vragen over verplicht pensioen

1. Kan een werkgever de werknemer verplichten aan de pensioenregeling deel te nemen?

Als de werknemer werkzaamheden uitvoert die onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds vallen dan is de werknemer in principe verplicht om deel te nemen aan deze pensioenregeling. Er is hier eigenlijk geen uitweg mogelijk. Afstandsverklaringen en afstandsovereenkomsten werken in dit geval niet. Dit volgt onder meer uit de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000.

In het geval dat het duidelijk is dat er van verplichte aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds geen sprake is, dan kan het nog zo zijn dat een van de volgende situaties van toepassing is:

  • In de arbeidsovereenkomst die u bent aangegaan wordt overeengekomen dat de werknemer deelneemt aan de collectieve pensioenregeling.
  • U heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met een pensioenuitvoerder waarbij de afspraak is dat alle medewerkers verplicht moeten worden aangemeld.

Sluit u nu voor het eerst een collectieve pensioenregeling af en uw werknemer is bijvoorbeeld al jaren in dienst, dan kunt u uw werknemer in principe niet dwingen om deel te nemen of verplicht een eigen bijdrage van hem of haar te vragen.

2. Valt een werkgever wel of niet onder de werkingssfeer? Op wie rust de bewijslast?

In de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 staan geen bijzondere regels over de bewijslastverdeling. Daarom moet er teruggevallen worden op de hoofdregel uit het bewijsrecht. Deze luidt kortgezegd: 'wie eist bewijst'.

Als een bedrijfstakpensioenfonds op basis van een eerste check - bijvoorbeeld op grond van de SBI-code, de website van een bedrijf of anderszins - stelt dat een onderneming onder de werkingssfeer valt dan heeft zij in principe aan haar stelplicht voldaan. Het is dan vervolgens aan de betreffende onderneming om met tegenbewijs te komen als zij het niet eens is met de stelling van het pensioenfonds.

3. Hoe kan de werkgever vrijstelling van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds krijgen?

Voor alle werkgevers is het goed om te weten dat er mogelijkheden bestaan om onder de verplichte deelname uit te kunnen. In het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 worden vijf verplichte vrijstellingsgronden genoemd. Als een werkgever aan de voorwaarden voldoet die in het vrijstellingsbesluit staan genoemd, dan moet het bedrijfstakpensioenfonds vrijstelling verlenen. Ook is het nog mogelijk dat een bedrijfstakpensioenfonds op basis van een vrijwillige vrijstellingsmogelijkheid vrijstelling verleent. Van belang is dat alleen een werkgever een verzoek voor vrijstelling bij het pensioenfonds kan indienen.

De 5 verplichte vrijstellingsgronden

  1. Vrijstelling wegens bestaande pensioenregeling.
  2. Vrijstelling in verband met groepsvorming.
  3. Cao-vrijstelling (eigen cao).
  4. Vrijstelling in geval van netto-pensioen.
  5. Vrijstelling in verband met onvoldoende beleggingsrendement.

Daarnaast kan het bedrijfstakpensioenfonds vrijstelling om andere redenen verlenen. Het is daartoe dus niet verplicht. Het bedrijfstakpensioenfonds mag hierbij een terughoudend vrijstellingsbeleid voeren. Echter, er zal een belangenafweging moeten plaatsvinden en als er sprake is van een afwijzing dan zal dit deugdelijk gemotiveerd moeten worden.


4. Kan de werknemer afstand doen van de collectieve pensioenregeling?

Een bedrijf heeft een pensioenregeling afgesloten voor alle werknemers. Dit wordt ook wel een collectieve pensioenregeling genoemd. Stel dat een werknemer besluit dat hij of zij niet wil deelnemen aan deze pensioenregeling. De werknemer in kwestie is bereid om dit middels een afstandsverklaring te bevestigen. Is dit dan toegestaan?

Er komt pas een pensioenovereenkomst tot stand nadat de werknemer het pensioenaanbod van de werkgever heeft geaccepteerd. In de praktijk ligt dit echter veel genuanceerder. 

De werkgever heeft een contract afgesloten met een pensioenverzekeraar of een premie pensioen instelling. In de uitvoeringsovereenkomst wordt bijna altijd opgenomen dat de werkgever verplicht is om alle medewerkers bij de pensioenuitvoerder aan te melden. Doet de werkgever dit niet dan pleegt hij contractbreuk en is hij mogelijk schadeplichtig.

Als een werkgever en de werknemers onder de werkingssfeer van een verplicht bedrijfstakpensioenfonds vallen dan is het wettelijk niet eens mogelijk om af te zien van pensioen. Wel of niet deelnemen is dan geen issue. Iedereen doet verplicht mee.

In de praktijk komt het nog steeds voor dat werknemers op eigen verzoek niet deelnemen aan de collectieve pensioenregeling. Er wordt dan vaak een afstandsverklaring gemaakt waarin de werknemer aangeeft dat deze niet meedoet aan de pensioenregeling. Dit heeft al tot heel wat rechtszaken geleid. Het probleem doet zich met name voor als de werknemer komt te overlijden. Dan blijkt dat er dus ook geen partner- en wezenpensioen wordt uitgekeerd. Als de werkgever dan niet kan bewijzen dat de werknemer goed, volledig en juist is voorgelicht over het afzien van pensioen en dit niet goed is vastgelegd dan is de uitkomst meestal dat er toch moet worden uitgekeerd. Omdat de werkgever de werknemer niet (tijdig) heeft aangemeld zal de pensioenuitvoerder niet uitkeren. De werkgever moet het nabestaandenpensioen dan uit eigen zak betalen. Als een pensioenuitvoerder wel uitkeert dan zal deze de schade verhalen op de werkgever. 

Het is nog wel mogelijk om op basis van onderscheid in functie wel of niet een pensioenregeling aan te bieden. Dit moet dan wel op de juiste wijze worden vastgelegd.

Terug naar nieuwsoverzicht