22/06/2021

Nadere aanpassingen wetsvoorstel excessief lenen bij de vennootschap

Vorig jaar is het wetsvoorstel over excessief lenen bij de eigen vennootschap ingediend bij de Eerste kamer. Het wetsvoorstel wil de mogelijkheden beperken voor aanmerkelijkbelanghouders (hierna: ab-houders) om geld te lenen van hun eigen vennootschap. Vanwege de Coronacrisis is de ingangsdatum met één jaar uitgesteld naar 1 januari 2023. Onlangs is het wetsvoorstel vanwege geuite kritiek verder aangepast.

Korte toelichting wetsvoorstel

Veel ab-houders lenen geld van hun vennootschap. Ze kunnen het geld ook als dividend uitkeren, maar dan betalen ze hierover direct inkomstenbelasting (tarief 2021: 26,9%). Door een lening te verstrekken, stellen ze de belastingheffing uit. Het wetsvoorstel wil de belastingheffing in zulke situaties naar voren halen. Daarom moeten ab-houders volgens het wetsvoorstel vanaf 2023 inkomstenbelasting betalen over het meerdere dat zij boven € 500.000 lenen (direct of indirect) van de eigen vennootschap. Voor de toepassing van deze maatregel worden alle typen leningen van de ab-houder bij al zijn vennootschappen samengenomen. Enkel kwalificerende eigenwoningleningen zijn uitgezonderd. 

Aanmerkelijkbelanghouder, partner en familie

De maatregel geldt voor iedereen met een belang van ten minste vijf procent in een vennootschap, de ab-houder dus. De wetgever betrekt echter ook de directe familie van de ab-houder in de regeling. Zo tellen ook leningen aan de partner van de ab-houder mee voor de grens van € 500.000. Ook leningen die verstrekt zijn aan de kinderen en ouders van de ab-houder tellen mee. Daarbij geldt per persoon de grens van € 500.000. Leenbedragen boven € 500.000 aan kinderen en ouders van de ab-houder worden belast bij de ab-houder (en dus niet bij degene die heeft geleend).

Verdere aanpassing wetsvoorstel

In eerste instantie kon de wettekst zo worden uitgelegd dat aan een kind en diens partner ieder € 500.000 kan worden geleend zodat zij tezamen € 1.000.000 kunnen lenen. In de nadere aanpassing is onder andere bepaald dat de grens van € 500.000 geldt voor het kind en diens partner tezamen. Zij worden dus voor de € 500.000-grens als één gezien. Dit beperkt de mogelijkheden om bedragen aan uw kinderen te lenen.

Terug naar nieuwsoverzicht